HAMILTON LOOMIS- PEER - 14/07/12

Artiest info
Website  
 

PEER – 14/07/12

recensie

 

Als je van blues met een soulinvloed houdt, dan moet je zeker Hamilton Loomis in de gaten houden. De Texaan timmert al een tijdje aan de weg, maar zijn performance op Blues Peer zou wel eens zijn doorbraak in de Lage Landen kunnen betekenen. Op zijn 16de ontmoette Hamilton Loomis Bo Diddley. Een ontmoeting die zijn leven zwaar beïnvloed heeft, want Diddley werd zijn leermeester en grote voorbeeld. Loomis nam het motto 'innoveren, niet imiteren' ter harte, en ontwikkelde een eigen stijl vol moderne blues en funky soul. Dansbare blues die moeiteloos iedere bluesliefhebber, jong of oud, kan bekoren. Of je nu van een degelijke gitaarsolo of een vlot deuntje houdt, Loomis heeft het allemaal. Bovendien is het mij nog niet overkomen dat een interviewee zich na het interview verontschuldigt omdat hij teveel praat. Helemaal niet, dat hebben we graag!
Tot slot nog een 'dank u' aan Ron voor de hulp bij de vragen. Ook Hamilton Loomis kon het zéér appreciëren.

In Texas zijn heel wat grote bluesnamen groot geworden, maar toch lijkt Galveston mij niet direct DE plaats om de bluesmicrobe te pakken te krijgen. Hoe gebeurde dat bij jou?
Galveston ligt vlakbij Houston, en toen ik opgroeide was de Houston bluesscene heel erg actief. Heel wat bekende muzikanten komen uit Houston, zoals Johnny Copeland, Joe Guitar Hughes, Albert Collins. Ik heb het geluk gehad om met al deze grote artiesten te kunnen spelen.

Vertel eens wat je speciale band was met Bo Diddley.
Als kind had ik heel wat muziek van hem gehoord. Op mijn 16de ging ik samen met mijn ouders naar een optreden, en ik mocht backstage om hem te ontmoeten. Daar heb ik ook voor hem gespeeld.

Dat moet wel heel opwindend geweest zijn?
Ja, maar ik was ook heel zenuwachtig. Op mijn nieuwe dvd kan je foto's van die avond zien, en het is echt overduidelijk hoe nerveus ik was. Maar hij was heel vriendelijk, en diezelfde avond nodigde hij me uit op het podium.
We werden vrienden en leerden elkaar beter kennen. We hebben ook samen opgenomen, en hij gaf me constant raad. Hij moedigde me aan om origineel te zijn en mijn eigen ding te doen, zélf songs te schrijven. Zijn motto was: 'Innoveren, niet imiteren'. En dat is raad die ik tot vandaag opvolg. Hij was een goeie mentor en het voorbeeld van zijn eigen credo, want niemand klonk zoals Bo Diddley.

Heel wat grote namen hebben jou de kans gegeven om met hen te spelen toen je jong was. Nu je zelf een bekende naam aan het worden bent, wil je hetzelfde doen voor de jeugd?
Zeker en vast, ik beschouw het als mijn taak om de kennis die ik van ervaren muzikanten kreeg, door te geven. Het is een plicht zelfs! Iedereen in de groep heeft wel een jongere muzikant die hij begeleidt. Het is een manier om terug te geven wat we zelf ontvangen hebben. Eén van de liedjes die ik vandaag zal spelen, heet 'Give it back' en gaat precies daarover. Teruggeven van je kennis, vooruitbetalen. Het refrein gaat zo (citeert): 'I'm gonna give it back, nothing in return, I'm gonna pass it on, another lesson learned, one day you're gonna find someone to give it back to'.

Je heb je eigen stijl ontwikkeld met funk en soul. Je speelde vroeger ook met een Les Paul, en niet met een Strat, zoals de meeste bluesgitaristen. Maar ik heb ergens gelezen dat je dat niet meer doet, omdat de gitaar te zwaar weegt?
Dat is juist. Ik heb 20 jaar met die Les Paul gespeeld, en nu heb ik heel wat nek- en schouderproblemen daardoor. Nu speel ik op Music Man gitaren, en ze zijn echt fantastisch en superlicht! Héél comfortabel om mee te spelen.

Speelde je met een Les Paul om die typische SRV sound te vermijden? 
Héél juist, de nagel op de kop! Niet dat ik niet wou klinken zoals Stevie. Het zit zo: SRV stierf toen ik heel jong was. Heel even leek het of iedereen in Texas het gat wou vullen dat hij gelaten had. De Strat was enorm populair, iedereen speelde erop! Maar ik realiseerde me vlug dat mensen van mij zouden verwachten dat ik zoals SRV zou spelen, als ik met een Strat het podium opging. Dus zei ik tegen mezelf 'wat als ik met een andere gitaar daar sta, dan gaan de mensen niet weten wat te verwachten'. En dus koos ik een Les Paul, en de mensen luisterden naar mij, en kon ik ook spelen zoals ik zelf wou. Dat was het begin van mijn Les Paul periode.
Ik vind het heel interessant dat je dat vraagt, want dat was zeker en vast wat ik dacht. En natuurlijk werd die gedachte nog versterkt door wat Bo Diddley zei, dat ik origineel moest zijn, en mijn eigen ding moest doen. Zelfs toen al wist ik dat dat de juiste beslissing was. 

Op je debuutcd bespeelde je elk instrument zelf. Wat is je favoriete instrument, buiten de gitaar?
Zeker en vast de basgitaar. De bas heeft een heel andere rol en functie in een groep. Je moet de manier waarop je speelt volledig aanpassen, want gitaar is een meer 'leidend' instrument.
Het ritme in mijn muziek is nogal soulgetint. De beat en de ritmesectie zijn dus heel belangrijk, en doordat ik bas speel, begrijp ik ook de rol van dat instrument beter. Het helpt me om met mijn muzikanten te communiceren, en het geeft me een beter inzicht in het maken van arrangementen. Ik hou veel van arrangementen, en minder van lange, uitgesponnen jams. Een lied moet afgelijnde gedeeltes hebben, dat maakt het gemakkelijker om te beluisteren. Een onbekend lied met een goede structuur zal je gemakkelijker kunnen volgen, dan wanneer er weinig structuur inzit. 

Waar kreeg je het idee om een stofzuigerhals te gebruiken als mondharmonicasteun? En is het geluid anders dan bij een gewoon 'harmonica-rack'?
Ik wou mondharmonica kunnen spelen zonder mijn handen te gebruiken. Maar ik hou niet van een gewoon rack, dat zit teveel in de weg. En ook de toon is anders, bij een gewoon rack heb je een akoestisch geluid, en ik wou de vervormde Chicagosound, die je krijgt als je je handen samenhoudt. En dus dacht ik, 'wat maakt datzelfde geluid als je handen, maar dan zonder de handen?'. De stofzuigermond bundelt het geluid, en als je het aan een microfoon koppelt, krijg je exact het geluid dat ik wil. Ik kan het gebruiken wanneer ik wil, het zit niet rond mijn nek, of in de weg. En ik krijg die vette, vervormde sound. Plus, ik vind dat het beter gaat bij de muziek die ik speel.

Je wordt vaak vergeleken met artiesten zoals Kenny Wayne Shepherd en John Mayer, omdat je muziek meer poppy is dan bij andere bluesartiesten. Vind je dat een compliment?
Ik word wel vaker met Kenny Wayne Shepherd vergeleken. Meestal is dat omdat we ongeveer even oud zijn, en omdat we allebei uit het Zuiden komen, hij uit Louisiana en ik uit Texas. We hebben verschillende stijlen, maar wat we doen is ongeveer hetzelfde, nl. we lokken jongere generaties naar rootsmuziek. En dat is belangrijk, want jongeren moeten begrijpen dat de oorsprong van de populaire muziek in de blues ligt. Ik groeide op met de blues, en niet alles wat ik speel is blues, maar ik apprecieer het, en respecteer het, en je kan uit mijn muziek opmaken dat ik erdoor beïnvloed ben. Ik geef er een andere draai aan, zodat mensen die normaal niet naar blues zouden luisteren, het nu wel doen.
Ook John Mayer doet dit. Hij is een perfecte songschrijver, en een uitstekende gitarist, en hij houdt ook wel van blues, want op zijn 'Trio' album brengt hij blues. En op 'Continuum' staat een cover van 'Crossroads', maar dan meer in een popversie. De meeste bluespuristen zeggen dat dat geen blues is, maar dat is niet waar het om draait. Waar het wél om draait, is dat de fans van John Mayer nu blootgesteld worden aan Robert Johnson. En er zullen zeker en vast jonge gasten die naam gaan opzoeken, en dan, 'wham!', luisteren ze naar blues. Dat is de manier om het te doen, gebruik je kracht als bekende artiest.
Net zoals Cindi Lauper. Zij heeft vorig jaar een bluescd uitgebracht. Of het goed is of niet, is irrelevant, maar wat ze doet, is haar eigen publiek blootstellen aan de blues en de fantastische bluesmuzikanten die op die plaat gespeeld hebben. Daar draait het om!

Je eerste tour in de UK was in 2005. Is er een verschil tussen het publiek in de US en de UK? En hoe reageren de mensen in de rest van Europa?
Heel goede vraag! Ik heb geluk, want tot nu toe was het publiek altijd heel open. Elk land toont zijn appreciatie anders. In de UK zijn ze iets gereserveerder dan in de rest van Europa. Ze praten niet tijdens liedjes, ze zijn heel stil. Ik heb er al op gelet, en ze bekijken je echt, ze luisteren echt. En als het lied afgelopen is, maken ze lawaai. Mijn 'Live in England' cd klinkt echt als een studiocd, omdat de mensen zo stil waren tijdens de liedjes. Ze spreken niet, behalve als ze aangesproken worden.
In de rest van Europa zijn de mensen iets luidruchtiger, er wordt al eens geroepen of gezongen tijdens de liedjes. Zo tonen zij hun appreciatie, en ik heb daar absoluut geen probleem mee, dat is even bevredigend. Maar anders.

Je bent ook een heel actieve muzikant op het podium, je geeft je volledig en probeert het publiek te betrekken bij wat je doet. Is er een bepaalde boodschap die je wil meegeven?
Amuseer je! Muziek is kunst, een expressie, een manier om de mensen te bereiken, het is entertainment. En soms is het een vlucht voor mensen die het wat moeilijk hebben.
Wat ik héél erg leuk vind aan muziek, is dat het universeel is, en dat het mensen samenbrengt die normaal niet samen zouden komen. Niet alleen door verschillen in religie of huidskleur, nee muziek overstijgt alle standen en rassen, en verschillen in volkeren of rivaliteit tussen steden worden weggeveegd. Soms heb je in Engeland rivaliteit tussen verschillende steden en voetbalteams. Maar in de muziek bestaat dat niet, op een festival luistert iedereen naar dezelfde muziek. En dat is mooi.
Muziek verbindt ook verschillende generaties. Het huidige bluespubliek bestaat grotendeels uit 50-ers en 60-ers. En hun kinderen gaan ook naar bluesfestivals. Op die manier wordt de blues doorgegeven van generatie op generatie. Zo gebeurde het ook bij mij, want mijn ouders zijn allebei muzikanten, en toen ik opgroeide luisterde ik naar hun muziek, blues, rock, Staxsoul en funk. Zo leerde ik indertijd Steppenwolf kennen, en kon ik gisteren al hun songs meezingen. 

Zijn er muzikanten op dit festival met wie je wel eens van plaats zou willen wisselen?
Zeker! Misschien wel Kenny Wayne Shepherd, omdat we dezelfde leeftijd hebben? Of misschien wel BB King, want ik luister al naar zijn muziek sinds ik een kind was, en hij was een grote bron van inspiratie voor mij.

De saxofoon is heel erg aanwezig op je live cd. Zijn er plannen om verder te gaan in die richting?
Het grappige is dat ik de laatste jaren het belang van de blazers wat verminderd heb. Vroeger had ik een volledige blazerssectie, met sax, trompet en trombone. Maar momenteel beperk ik mij tot één saxofoon, omdat dat beter past in de muziek die ik nu speel.

Die switch naar Stevie Wonders 'Master Blaster' in 'Workin' Real Hard' vond ik heel erg geslaagd. Je mixt wel meer verschillende stijlen door elkaar, heb je ooit commentaar gekregen van bluespuristen?
Nee, eigenlijk niet.
We vinden het heel leuk om stukjes van andere songs in onze songs te verwerken, zo blijven de songs interessant, en misschien slaat onze muziek dan vlugger aan bij mensen die ook van die 'tussenstukjes' houden. Ik hou erg veel van Stevie Wonder, en het is leuk om te doen. Het publiek kan zo raden wat we gaan spelen.

Welk advies zou je aan jonge muzikanten geven? Of is dat hetzelfde advies dat jij van Bo Diddley gekregen hebt jaren geleden?

Doe je eigen ding, wees origineel. Probeer goede songs te schrijven. Dat is belangrijk. Ik vermoed dat dat het belangrijkste advies is. Werk hard, wees toegewijd en passioneel in wat je doet, want dat zal het publiek oppikken, je passie voor de muziek.

Kathy Van Peteghem